Alle dienstdoende serveersters zijn blond, slank en
zonder enige twijfel mooi genoeg voor een spread in een Neckermann catalogus.
Vederachtig paraderen ze door een doolhof van gedekte tafels en samen
representeren ze de veren die in het woord serveren verstopt zitten. De aller
blondste van het stel, met haren waar je harp op zou kunnen spelen, zet met een
smeuïge glimlach het eerste gerecht op tafel. Coquilles.
Coqmotherfuckinguilees. Ik ben verre van een coqblocker, maar ik ben wel een
beetje klaar met de sint-jakobsschelp. Het is mooi geweest, de schelp mag weer
dicht; die weekdieren hebben het überhaupt nog verbazingwekkend lang
volgehouden. Na de hype die maar niet lijkt te eindigen, de Crocs van de zee,
is het tijd voor makreel. Dit weet ik omdat de champagneblonde serveerster zegt
dat het tijd is voor makreel met een zuurtje, een pepertje en een botertje. Een
zuurtje, een pepertje en een botertje. Het is een woordencombinatie die de
elasticiteit van mijn onderbroek aan een grondige test onderwerpt. Mijn
onderbroek doorstaat de beproeving. Tijd voor een sigaret.
De rookruimte van Baut is een betoverend oord. Een
hoge stoel. Kunst die niet schreeuwt dat het kunst is. Een leren stoel. Een
overvolle asbak. Vanaf de hoge stoel lijkt de overvolle asbak op een massagraf,
vanuit de leren stoel niet. Johannes van Dam repte in zijn 10- recensie met
geen woord over de rookruimte en ook de blonde serveerbrigade kreeg geen
aandacht van de morsige man die er steevast uitziet alsof hij naar smegma
ruikt. Het zijn voor mij juist de enige twee dingen die echt tot de verbeelding
spreken. Alle gerechten zijn naar behoren, maar ze laten je niet wegdromen. Het
is hap, slik, weg, niet hap, slik, wegdroom. Verrukkelijk eten kan een mens
laten teleporteren.
De 10- van Johannes hangt als een donkere wolk boven
de Wibautstraat. De bezoekers verwachten namelijk teleportatie, maar krijgen
beide-benen-op-de-grond voer. Alles smaakt lekker, maar van een 10- verwacht
men smaakexplosies, tongstrelende gekkigheden en potten en pannen porno. De
kalfsentrecote en de toetjesmedley bivakkeren ergens op de grens van
teleportatie, maar de blonde serveersters en de rookruimte zijn die grens al
lang en breed gepasseerd.
De slechtste grappen van de avond?
‘Dit perfect gebakken stuk kalf tovert een lach op
mijn gezicht.’
‘Kalf Inbar!’
‘Bij dit gerecht drinken jullie een robuuste wijn.
Rood. Het is een Chileense wijn.’
‘Vinochet?’
JW
JW
School
Baut was voor onze eetcrew het
achtste restaurant waar we zijn gaan eten. En na acht keer beginnen wij, de
mannen van het patronaat, ons heel erg thuis te voelen in de rol van
eetclubleden.
We weten ondertussen dat een wijn
die eerst wat saai lijkt, met een goed bijpassend gerecht tot leven zal komen.
We proberen gerechten die we, wanneer we alleen zouden zijn, misschien niet
hadden besteld. En we, of laat ik het persoonlijk maken en gewoon 'ik' zeggen.
Ik vind het niet erg meer om wat van de service of gerechten te zeggen, wanneer
er naar mijn mening iets niet helemaal klopt. We groeien, alsof we weer op
school zitten. We leren van alles over eten en praten ondertussen over de grote
vragen in het leven; wat is de beste hiphopplaat ooit, bijvoorbeeld. We doen
dat allemaal met de leukste klas die er bestaat. Als ik, vroeger, met alleen
deze vier heren op school had gezeten had mijn muur de diploma's niet
aangekund. Ik kijk uit naar het volgende lesuur met de jongens uit mijn
klas op de school die het patronaat heet!
Horace
Ps. Wat is nou die beste hip hop plaat ooit?
Een goede avond roept de volgende dag vragen op. Losse eindjes, zo je wilt. Was het echt zo gezellig als ik gisteren dacht? Heb ik niet teveel gedronken? Hoe ben ik thuis gekomen? Of... in het geval van Lo Andela; is dit wel mijn slaapkamer? Dit zijn de vragen na het diner bij Baut.
1. Zeg eens eerlijk, wie dacht er bij het horen van het woord Baut niet
direct aan een restaurant in de Wibautstraat van Amsterdam?
2. Of aan een mals stuk lam?
3. Waar kwamen die glitters vandaan op Arie's gezicht?
3. Is het humor arsenaal van James nou echt niet breder dan de woordgrap
(Arie, zet je die foto op facebook, of op glitter? Arie, gaan we straks naar de
Soos of naar de Glitterzoet?)?
4. Zei Horace nou echt 'ga eens even zitten, jongen' tegen de
chefkok, alsof hij een kleine Joodse versie was van Johannes van Dam?
5. Trouwens, iedereen weet toch dat Johannes van Dam al jaren gespeeld
wordt door Henk Spaan en z'n vrouw, samen in 1 dikmaakpak?
6. We aten makreel, coquilles, soft shell crab. En toch duwde James de
rest van de avond niet 1x zijn vingers onder andermans neus. Wat is er mis?
7. Sinds wanneer vraagt Bram het personeel netjes of ze het goed vinden
dat wij er schaamteloos op los fotograferen?
8. Sinds wanneer maakt hij daarna vooral ook zelf veel foto's (en waarom
komen die nooit op dit blog terecht)?
9. Klaagde Horace en Bram, tussen al die heerlijke gangen door, op een
gegeven moment nou echt dat een bepaald gerecht niet zuur genoeg was?
10. Kan Pedro Ximinez ook geen Jagermeister gaan maken?
11. Zet Lo zichzelf niet verdacht weinig op de foto (en missen jullie
zijn snor ook zo)?
12. Drinkt Lo eigenlijk wel alcohol (ofwel; heeft iemand hem ooit echt
een slok zien nemen)?
13. Had James altijd al krullen (of komt dan na matje, fade en baard, nu
toch ook die andere kapseltrend uit vervlogen tijden terug; het
mannenpermanentje)?
14. Wat is eigenlijk de beste hiphopplaat ooit?
15. Hoorden jullie Lo ook tegen de eigenaar
van de Bloemenbar zeggen dat ze op de bovenverdieping best eens een Bed &
Breakfast tot succes zouden kunnen maken (of was iedereen toen al weg)?