Voordat ik aan het Patronaat begon, heb ik met mezelf afgesproken dat ik niet al te kritisch zou schrijven. Ik ben immers geen culinair recensent, want ik weet als geen ander dat iedereen wel eens slechte dag kan hebben. Ook koks en obers hebben van tijd tot tijd zieke ouders, relationeel gesodemieter of blauwe enveloppen die een snelkookpan van het leven maken. Wie ben ik dan om te gaan zaniken over de gomachtige tagliatelle of de ongeïnteresseerde glimlach van de enigszins verzuurde sommelier?
Ik ga dus niet lopen zeiken, maar ik ben wel een
beetje teleurgesteld in het feit dat je in sommige restaurants geen gast maar
een klant bent. Je bent iemand aan een tafel, iemand die honger heeft,
een wegwerp verteerstelsel en de watten waar je in gelegd dient te worden zijn
nergens te bekennen. Ja, in de oren van de buitenlandse wijnkelner die vijf
keer ‘doe maar wit’ hoort en toch met een fles rood aan komt zetten. Of in de
oren van de serveerster die vier toetjes opschrijft en met vijfentwintig toetjes
de keuken verlaat. Alsof de Mona-fabriek in je gezicht ejaculeert. Gelukkig
hadden we Vlarie Boomsma aka Pudding Tarzan aka B.A. Gebakkus aka Mr. T.iramisu
aka Chocolademoustafa uit de Bos & Lommer bij ons. Dit onverzadigbare
toetjesmonster at moeiteloos de vriezer leeg. Uniek.
Misschien is dat het ook wel, dat het eten minder
belangrijk is als het gezelschap uitmuntend is. Niet dat het bij Mercat slecht
eten is, zeker niet, het Iberico varken laat vegetariërs watertanden en de
knoflookkip idem dito, maar het voelde allemaal als Boyzone met autopech:
lopende band.
Toch was het genieten. Zo hebben we bijvoorbeeld
een uur gepraat over hoe je in een gat moet poepen zonder jezelf onder te
plassen. Hoe je in een gat moet poepen zonder dat je jezelf onder plast? Al sla
je me dood, ik was twaalf fucking toetjes aan het eten.
JW.
Losse eindjes
Een goede avond roept de volgende dag vragen op. Losse eindjes, zo je wilt. Was het echt zo gezellig als ik gisteren dacht? Heb ik niet teveel gedronken? Hoe ben ik thuis gekomen? Of... in het geval van Lo Andela; is dit wel mijn slaapkamer?
Dit zijn de vragen na het diner bij Mercat.
1. Wij zijn optimistische jongens. Vrolijk ook.
Ons wantrouwen jegens de mens is normaal gesproken niet bovengemiddeld. Hoe
hard mogen we dan oordelen over de toch wat matige ervaring bij Mercat?
2. Over het algemeen zijn wij bereid het goede
te zien in dingen. Ook als anderen het slechte benadrukken. Hoe hard mogen we
dan oordelen over de toch wat matige ervaring bij Mercat?
3. Stel dat een van je vrienden de eigenaar
kent van een etablissement waar je een wat matige ervaring opdoet, hoe hard mag
je dan nog oordelen?
4. Als de Iberico ham, de dessertwijn en het
interieur heel goed zijn, hoe hard kun je dan nog oordelen over de toch wat
matige ervaring bij een restaurant?
5. Mag je hard oordelen over een wat matige
culinaire ervaring als de serveerster van dienst met liefdevolle toewijding
rond je eettafel huppelt, en werkelijk alles uit de kast haalt om het gebrek
aan warmte en servicegerichtheid van haar collega's te compenseren?
6. Maakten wij nou live een wiskunde A
sommetje mee?... er zitten vijf mannen in een restaurant. De sommelier vraagt
of er wit gedronken gaat worden of rood. Persoon 1 zegt 'wit'. Persoon 2, 3, 4
en 5 ook. Toch komt de sommelier uiteindelijk met een fles rode wijn aan tafel.
Hoe kan dat?
7. Toe maar James, maak de woord grap
maar.... wiskunde A sommeliertje.
8. Demonstreerde Bram nu echt midden in het
restaurant hoe een volwassen man zichzelf het meest efficient, en zonder zich
te bevuilen, in een gat kan ontlasten?
9. Maakt het eigenlijk nog uit dat de culinaire
ervaring wat matig is, wanneer je met goede vrienden aan tafel zit?
10. Beleefde jongens eten hun bord leeg. Maar
als er per abuis vijfentwintig toetjes op tafel gezet worden, blijkt
beleefdheid plots een lastige eigenschap. Toch, jongens?
11. Die witte afro, die buiten als Tiny Tim uit
Charles Dickens' A Christmas Carol voor het raam stond met z'n hongerige
blik... was dat nou echt Henk Spaan?
12. Het woord 'bluf' gaat sinds de jaren
negentig door een moeilijke periode. Tanende populariteit. Hoe is het in
hemelsnaam mogelijk dat het nu juist deze avond, toen het dessert geserveerd
werd(!), plotseling zo explosief toenam in gebruik?
13. Een optimistisch mens mag zeggen 'geef
Mercat een kans, het komt echt goed daar', ook als deze persoon er zelf een wat
matige culinaire ervaring had. Toch? De potentie in ogenschouw nemend?